Onderzoek en diagnose van hormoongevoelige borstkanker

Als de arts denkt dat je borstkanker hebt, krijg je een punctie of biopsie. Daarna onderzoekt een patholoog de cellen uit de afwijking onder de microscoop.

Als het om borstkanker gaat, dan kijkt de patholoog ook naar de buitenkant van de kankercellen. Hierop kunnen kleine uitsteekseltjes (receptoren) zitten waaraan de hormonen kunnen hechten. Als meer dan 10% van de borstkankercellen hormoonreceptoren heeft, gaat het om een hormoongevoelige tumor.

Behandeling van hormoongevoelige borstkanker

Als je hormoongevoelige borstkanker hebt, stelt de arts altijd een borstoperatie voor: een borstsparende operatie of een borstamputatie. Vaak krijg je ook bestraling.

Omdat de tumor groeit onder invloed van hormonen, kan de arts na de operatie en bestraling ook anti-hormonale therapie adviseren. Je krijgt dan medicijnen die de werking van het vrouwelijk hormoon op de tumor blokkeren. Je slikt de medicijnen langere tijd: 5 tot 10 jaar. Hiermee verklein je de kans dat de kanker terugkomt.

Soms stelt de arts voor om de behandeling te beginnen met de anti-hormonale therapie. Als het om een agressieve tumor gaat, is vaak ook chemotherapie nodig.